Steun goudprijs door krapte mijnbouw en aankopen centrale banken

Tussen 2001 en 2011 is de goudprijs gestegen van 225 dollar per ounce tot 1.906 dollar per ounce. Dit ging gepaard met een record aan fusies en overnames (38 miljard dollar in 2011) en uitgaven aan nieuwe goudmijnbouw. Maar sindsdien zijn de uitgaven met liefst 70 procent gedaald.

De budgetten voor goudexploratie bedroegen in 2012 10,8 miljard dollar, terwijl nieuwe goudvondsten (206 miljoen ounces) zes jaar eerder al hun hoogtepunt bereikten. Sinds 2006 zijn er slechts een handvol nieuwe mijnen met potentiële reserves van meer dan 6 miljoen ounces in bedrijf genomen.

Kostenbesparingen hebben de mijnbouwers ertoe gedwongen zich te concentreren op oude mijnterreinen, en bestaande reserves raken snel uitgeput. Het Witwatersrand Basin in Zuid-Afrika heeft ongeveer 40 procent van al het gedolven goud ooit geproduceerd, maar de huidige productie bedraagt slechts een tiende van de piek in de jaren ’70.

De reserves van veel van ’s werelds grootste goudmijnen – zoals Mponeng in Zuid-Afrika, Carlin Trend in de VS, en de Super Pit in Australië – lopen terug.

Mark Bristow, de CEO van Barrick Gold, het op één na grootste goudmijnbouwbedrijf ter wereld, gaf in augustus aan: “The gold mining industry’s chronic tendency to harvest the gold price instead of investing in the future has resulted in declining reserves and a shortage of high-quality development projects”

Met andere woorden: er ligt veel nadruk op de stijging van de prijs van goud, maar het feit dat het steeds moeilijker wordt om goud te mijnen is eigenlijk de reden voor die stijging.

Maar misschien komt de grootste steun voor de goudprijs wel van centrale banken. Rond de eeuwwisseling maakte de Amerikaanse dollar 73 procent uit van de reserves in de COFER-database van het IMF.

Dat is gedaald tot minder dan 60 procent. Het aandeel van de Chinese renminbi en de euro is bescheiden gegroeid, maar de sterke vermogensbehoudeigenschappen van goud stellen reservebeheerders in staat dollars te verkopen, in afwachting van een echte concurrent voor de Amerikaanse dollar.

Zo heeft de centrale bank van Thailand in april en mei 90 ton goud gekocht, waardoor haar goudreserves met 60 procent zijn toegenomen. De centrale banken van Brazilië en Hongarije zijn eveneens actief geweest, en Rusland heeft in juli voor het eerst sinds juni 2020 weer de goudreserves vergroot.

Volgens een enquête van de World Gold Council (WGC) is bijna 80 procent van de reservebeheerders van centrale banken van plan om goudreserves het komende jaar te verhogen.

Die steun van centrale banken kan zorgen voor een bodem boven de 1.700 dollar, aangezien het nieuwe aanbod zeer beperkt is. Als daarbij de inflatie boven de beleidsdoelstellingen blijft, zullen vermogensbeheerders zich gedwongen zien de traditionele rol van goud als hedge te heroverwegen.

Bron: Institutional Investor

Foto: Flickr