OLIE, GOUD EN DOLLARS

Maarten Verheyen schreef vorige week een stukje over olie en de goud-ETF “GLD”. Hiermee snijdt hij een heel interessant onderwerp aan, de relatie tussen olie en goud, die bovendien zonder meer speciaal is. 

Meer dan 25 jaar geleden bijvoorbeeld, werden olie en goud al in één adem genoemd in de allereerste post op “The Gold Trail”: “It was once said that “gold and oil can never flow in the same direction”. If the current price of oil doesn’t change soon we will no doubt run out of gold. This line of thinking is very real in the world today but it is never discussed openly. You see oil flow is the key to gold flow.” (5 oktober 1997)

Zowel olie als goud, zijn beide een vorm van rijkdom en voor overheden is olie eigenlijk een even waardevolle reserve als goud. Een land dat beschikt over enorme en goedkoop te ontginnen olievoorraden, heeft niet zoveel goudreserves nodig.
Het tegenovergestelde geldt voor landen zonder oliereserves.

Om overheden te overhalen oliereserves te ontginnen door commerciële bedrijven, moet de prijs correct zijn. Het is belangrijk in ons achterhoofd te houden dat oliereserves eindig zijn in hoeveelheid en dat vroeg of laat de olie op is. In een ideale situatie heb je dan als land voldoende andere reserves (goud) achter de hand.

De wereldeconomie heeft baat bij een redelijke olieprijs, die de economie toelaat te groeien. Tegelijkertijd willen olieproducenten zich ook vergoed zien voor het afnemen van hun oliereserves. Daarom is de olieprijs heel belangrijk.

Tot 1971 werd de prijs van een vat olie steeds bepaald in Amerikaanse dollar. Dit was niet zo’n probleem tot die tijd, omdat de dollar gekoppeld was aan goud. Ook was olieproductie in het Midden-Oosten destijds erg goedkoop, waardoor landen een deel van hun olie-inkomsten in goudreserves konden omzetten.

Echter op 15 augustus 1971 schortte Nixon als president van de V.S. de omwisselbaarheid van dollars naar goud op. Het contract van de dollar met de rest van de wereld, werd toen eenzijdig opgezegd.

Dit resulteerde erin dat olieproducenten uit het Midden Oosten zich bedrogen voelden door de Amerikanen. Vervolgens werden de jaren 1970 gekenmerkt door hoge inflatie en een goudprijs die uiteindelijk ongeveer maal 25 ging. 

Er zijn vandaag de dag veel parallellen te trekken met toen. Terwijl olieproducerende landen de wereldeconomie niet tot stilstand willen brengen, willen ze wel hun olie correct geprijsd zien. Waarde voor waarde dus. Afgelopen weekend heeft de Organisatie van Olie-exporterende Landen (OPEC) beslist om haar productie met 1 miljoen vaten per dag te verminderen, waarbij opmerkelijk is dat 100% van de vermindering opgenomen wordt door Saudi-Arabië.

Dit staat haaks op wat de de VS doet, namelijk de olieprijs net naar beneden krijgen. President Biden heeft de afgelopen 12 maanden meer dan 160 miljoen vaten olie op de markt laten verkopen uit de Amerikaanse strategische oliereserve. Dat is een eindig verhaal, want die reserve is intussen nog slechts voor de helft gevuld.

De relatie tussen de VS en het Midden-Oosten blijft overduidelijk verslechteren. Het is dus logisch dat de grote olieproducenten in dit klimaat heroverwegen of de afspraken in de oliemarkt nog wel in hun voordeel zijn. Als olieproducenten het vertrouwen in de dollar verliezen en overwegen om terug te keren naar de situatie van vóór 1971, waarbij olie werd verhandeld tegen een vaste goudwaarde, dan zal enkel de dollar daar de gevolgen van ondervinden.

Dit betekent dat in dollartermen goud enorm in waarde zou stijgen. Maar als de ruilverhouding tussen olie en goud hoog genoeg is, laten we zeggen 15 vaten olie of meer voor 1 gram goud, dan kunnen we een terugkeer naar stabiliteit verwachten. Dan zouden we een hoge, maar stabiele, goudprijs kunnen zien ZONDER schade toe te brengen aan de wereldeconomie.

Goud.

Wat ons betreft is investeren in fysiek goud vandaag de dag een “no brainer”. U kan desgewenst uw positie hier veilig en efficiënt uitbreiden.